-
1 aankomen
2 [het doel treffen] hit hard3 [komen aanzetten] come (with)5 [bij toeval aanraken] touch, hit ⇒ come up (against)6 [in gewicht toenemen] put on weight7 [neerkomen] come down (to), depend (on)♦voorbeelden:daar komt iemand aan • someone is coming3 en daar kom je nu pas mee aan? • and now you tell me!je hoeft met dat plan bij hem niet aan te komen • it's no use going to him with that plan5 niet/nergens aankomen! • don't touch!, hands off!alles komt op hem aan • it all depends on himiets op het laatste ogenblik laten aankomen • leave something to the last momentII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gelden, betreffen] come (down) (to)♦voorbeelden:waar het op aankomt • what really mattersals het erop aan komt • when it comes to the crunch -
2 bonken
1 [hard aankomen tegen] crash/bump (against/into)♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский